Betekenis van:
vestigingsplaats

vestigingsplaats (de ~ | meervoud vestigingsplaatsen)
Zelfstandig naamwoord
  • plaats waar men gevestigd is
"de vestigingsplaats van [een bedrijf/firma]"

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Juridische status en vestigingsplaats
  2. Vestigingsplaats van het bedrijf
  3. Rechtspersoonlijkheid, vestigingsplaats, plaatselijke kantoren
  4. Handelingsbevoegdheid en vestigingsplaats
  5. Coördinaten van de vestigingsplaats
  6. Vestigingsplaats van de begunstigde(n)
  7. Vestigingsplaats van de begunstigde(n)
  8. de administratieve vestigingsplaats van de onderneming;
  9. De vestigingsplaats van het agentschap is Luxemburg.
  10. „terrein”: de geografische vestigingsplaats van de inrichting;
  11. Sectoren die onderworpen zijn aan het volle tarief, ongeacht vestigingsplaats
  12. De vestigingsplaats van het Waarnemingscentrum bevindt zich te Lissabon.
  13. de naam en vestigingsplaats (hoofdzetel) van de exploitant;
  14. Elke in hetzelfde rapporterende land opgezette vestigingsplaats worden apart meegeteld,
  15. de naam en vestigingsplaats (hoofdzetel) van de exploitant;