Betekenis van:
verlies

verlies (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het verslagen worden in een wedstrijd
"niet/goed tegen zijn verlies kunnen"
"winst en verlies liggen vaak dicht bij elkaar"

Hyperoniemen

Hyponiemen

verlies (het ~ | meervoud verliezen)
Zelfstandig naamwoord
  • het verliezen
"zijn vertrek is geen groot verlies voor de firma"
"[de vijand] zware verliezen toebrengen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verlies
Zelfstandig naamwoord
  • het teloor gaan, kwijt raken
"Zijn vertrek naar Amerika is een groot verlies voor onze afdeling."
verlies (het ~ | meervoud verliezen)
Zelfstandig naamwoord
  • nadeel
"zonder verlies"
"verliezen lijden/draaien"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Verlies je handtas niet.
  2. Ik verlies snel de oriëntatie in een nieuwe omgeving.
  3. exploitatiewinst/-verlies.
  4. Accidenteel verlies
  5. Nettowinst (verlies)
  6. Winst (verlies)
  7. Nucleair verlies
  8. Verlies boekjaar 1996
  9. Verlies van tand
  10. Verlies van de vergunning
  11. Winst (verlies) voor belasting
  12. Verzekeringen tegen geldelijk verlies
  13. Nettowinst (verlies) [15]
  14. Verwacht verlies (stress)
  15. Verlies van vinger