Betekenis van:
versiering

versiering (de ~ | meervoud versieringen)
Zelfstandig naamwoord
  • extra tonen; manier waarop iets aangekleed is; versiering; versiering
"de pianist voegde vele versieringen aan het stuk toe"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

versiering
Zelfstandig naamwoord
  • iets aangebracht om het uiterlijk fraaier te maken
"Er werden versieringen aangebracht om het heuglijke feit te vieren."
versiering
Zelfstandig naamwoord
  • een korte wijziging van de normale melodie om deze te verfraaien
"Trillers, voorslagen en mordenten zijn vooral in de Barok veelgebruikte versieringen."

Voorbeeldzinnen

  1. Afgesneden chrysanten, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april
  2. Kristalglas wordt in toenemende mate gebruikt als versiering bij elektrische en elektronische apparatuur.
  3. Ter versiering is 18 % van het oppervlak van de eindstukken ingelegd met ronde stukjes buffelbot.
  4. Afgesneden anjers, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april
  5. Afgesneden tulpen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april
  6. Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers
  7. Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers
  8. Afgesneden orchideeën, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober
  9. Afgesneden tulpen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april
  10. Afgesneden chrysanten, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober
  11. Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers:
  12. Afgesneden anjers, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober
  13. Afgesneden orchideeën, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april
  14. Afgesneden anjers, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober
  15. Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers