Betekenis van:
verwaarloosbaar

verwaarloosbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet de moeite om zich met iets bezig te houden
"Het aantal daalde met 3%, volgens hem een verwaarloosbare hoeveelheid."
verwaarloosbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • onbeduidend; onbelangrijk; onbelangrijk
"een verwaarloosbare hoeveelheid"
"een verwaarloosbaar verschil"

Synoniemen

verwaarloosbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • bijna niet aanwezig; in de betekenis ''het risico is verwaarloosbaar''

Voorbeeldzinnen

  1. Verwaarloosbaar
  2. verwaarloosbaar
  3. Verwaarloosbaar
  4. verwaarloosbaar BSE-risico als gedefinieerd in bijlage II,
  5. De dumpingmarge voor deze onderneming bleek ook verwaarloosbaar te zijn.
  6. De vastgestelde dumpingmarges (zie hierboven) zijn duidelijk meer dan verwaarloosbaar.
  7. Daarom is eventuele schade als gevolg van deze invoer verwaarloosbaar.
  8. Landen of gebieden met een verwaarloosbaar BSE-risico
  9. Volgens de Poolse autoriteiten is haar omzet verwaarloosbaar.
  10. „Zoet water”: water dat steeds een verwaarloosbaar zoutgehalte heeft.
  11. Daarom concluderen de Italiaanse autoriteiten dat de distributie van multimediale uitgeefproducten in de EU verwaarloosbaar is;
  12. Deze verkoop vertegenwoordigde een verwaarloosbaar aandeel (minder dan 2 %) van alle gerapporteerde uitvoerverkopen.
  13. Invoer uit een land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico
  14. Daarom kan deze markt niet als op communautair en EER-niveau verwaarloosbaar worden aangemerkt.
  15. Het risico is verwaarloosbaar aangezien de looptijden van beleggingen en leningen voldoende evenwichtig zijn ”.