Betekenis van:
visitekaartje

visitekaartje (het ~ | meervoud visitekaartjes)
Zelfstandig naamwoord
  • kaartje met je naam en functie; toegangsbiljet; kaartje met naam en beroep
"hij is het visitekaartje van de organisatie/firma"
"zijn visitekaartje achterlaten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Alstublieft, hier is mijn visitekaartje.