Betekenis van:
zenit

zenit
Zelfstandig naamwoord
  • een hoogtepunt
"Hij was in het zenit van zijn roem."
zenit
Zelfstandig naamwoord
  • het denkbeeldige punt loodrecht omhoog aan de hemelkoepel
"Alleen in landen tussen beide keerkringen staat de zon soms in het zenit."
zenit (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • punt waarna opgelopen spanning afneemt; hoogtepunt v.e. serie gebeurtenissen; hoogste punt v.d. hemel
"een ster in het zenit"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zenit [1] Alleen in Roemenië, zoals toegestaan bij Beschikking 2007/69/EG van de Commissie (PB L 32 van 6.2.2007, blz. 167).”