Vertaling van Geräusch

Inhoud:

Duits
Nederlands
Geräusch {zn.}
geritsel
geruis
ruis
Aufsehen [o] (das ~), Braus, Geräusch [o] (das ~), Lärm [m] (der ~) {zn.}
lawaai
herrie [v]
kabaal
rumoer
ophef
leven 
Er hat sich über den Lärm beschwert.
Hij klaagde over de herrie.
Mach bitte nicht so viel Lärm.
Maak alstublieft niet veel lawaai.
Braus, Geräusch [o] (das ~), Brausen [o] (das ~), Lärmen {zn.}
gerommel
gedruis [o]


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Hast du das Geräusch gehört?

Hoorde je dat geluid?

Ich hörte ein Geräusch im Schlafzimmer.

Ik hoorde een geluid in de slaapkamer.

Kommentatoren haben das Geräusch der Vuvuzelas abwechselnd als "nervtötend" und "satanisch" beschrieben und es mit "einer Stampede von wütenden Elefanten", "einem ohrenbetäubenden Schwarm von Heuschrecken" , "einer Ziege auf dem Weg zur Schlachtbank", " einem gigantischen Stock voll sehr wütender Bienen" und "einer Ente auf Drogen" verglichen.

Commentatoren hebben op verschillende wijzen het geluid van de vuvuzela beschreven als "vervelend" en "satanisch" en vergeleken met "een massale vlucht van olifanten", "een oorverdovende zwerm sprinkhanen", "een geit op weg naar haar slachting", "een gigantische bijenkorf vol met boze bijen" en "een eend die gedrogeerd is met speed".


Gerelateerd aan Geräusch

Aufsehen - Braus - Lärm - Brausen - Lärmen