Vertaling van stimmt

Inhoud:

Duits
Nederlands
stimmen, einstellen {ww.}
stemmen
gelijkstemmen

er/sie/es stimmt
ihr stimmt

hij/zij/het stemt
jullie stemmen
» meer vervoegingen van stemmen

stimmen, einstellen {ww.}
stemmen

er/sie/es stimmt
ihr stimmt

hij/zij/het stemt
jullie stemmen
» meer vervoegingen van stemmen

stimmen, einstellen {ww.}
stemmen
intoneren

er/sie/es stimmt
ihr stimmt

hij/zij/het stemt
jullie stemmen
» meer vervoegingen van stemmen

ballotieren, stimmen, abstimmen, seine Stimme abgeben {ww.}
stemmen
kiezen 
balloteren 

er/sie/es stimmt
ihr stimmt

hij/zij/het stemt
jullie stemmen
» meer vervoegingen van stemmen

Auf alle Fälle muss man in dem Referendum am 18. Februar mit "ja" abstimmen.
In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.
stimmen, einstellen {ww.}
stemmen
afstemmen

er/sie/es stimmt
ihr stimmt

hij/zij/het stemt
jullie stemmen
» meer vervoegingen van stemmen

stimmen, einstellen {ww.}
stemmen
tunen

er/sie/es stimmt
ihr stimmt

hij/zij/het stemt
jullie stemmen
» meer vervoegingen van stemmen



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Leider stimmt dieses Gerücht.

Helaas is het gerucht waar.

Was stimmt damit nicht?

Wat is er mis mee?

Hier stimmt was nicht.

Iets klopt hier niet.

Unglücklicherweise stimmt es.

Helaas is het waar.

"Das stimmt", sagte John.

"Dat klopt", zei John.

Was stimmt mit ihr nicht?

Wat is er mis met haar?

Tom fragt sich, ob es stimmt.

Tom vraagt zich af of het waar is.

Meiner persönlichen Ansicht nach, stimmt seine Auffassung.

Volgens mij heeft hij gelijk.

Der Minister, mit dem ich kürzlich gesprochen habe, stimmt mit mir überein.

De minister met wie ik onlangs heb gesproken, is met mij eens.


Gerelateerd aan stimmt

synoniemen

stimmen - einstellen - ballotieren - abstimmen - seine Stimme abgeben

verwante termen

stimmen