Vertaling van umgehen in

Inhoud:

Duits
Nederlands
umgehen, spuken, heimsuchen, verfolgen, plagen, quälen, umgehen in, spuken in {ww.}
vervolgen
kwellen

wir umgehen
sie umgehen
ich werde umgehen

wij vervolgen
zij vervolgen
ik zal vervolgen
» meer vervoegingen van vervolgen

umgehen, herumgehen {ww.}
rondgaan
omgaan

wir umgehen
sie umgehen
ich werde umgehen

wij gaan rond
zij gaan rond
ik zal rondgaan
» meer vervoegingen van rondgaan

spuken, umgehen {ww.}
spoken

wir umgehen
sie umgehen
ich werde umgehen

wij spoken
zij spoken
ik zal spoken
» meer vervoegingen van spoken

ausweichen, entweichen, meiden, vermeiden, aus dem Wege gehen, verhindern, umgehen, entgehen {ww.}
vermijden 
ontwijken
uit de weg gaan
mijden

wir umgehen
sie umgehen
ich werde umgehen

wij vermijden
zij vermijden
ik zal vermijden
» meer vervoegingen van vermijden

Niemand kann den Tod vermeiden.
Niemand kan de dood vermijden.
betrügen, täuschen, umgehen, hinterziehen {ww.}
knoeien
zwendelen
frauderen

wir umgehen
sie umgehen
ich werde umgehen

wij knoeien
zij knoeien
ik zal knoeien
» meer vervoegingen van knoeien