Vertaling van zuschreiben
						Inhoud:
						
Duits
Nederlands
beimessen, zuschreiben, zuteilen, übertragen, geben, zueignen, zurückführen {ww.}
ich werde zuschreiben
du wirst zuschreiben
er/sie/es wird zuschreiben
ik zal toekennen
jij zult toekennen
hij/zij/het zal toekennen
			 					» meer vervoegingen van toekennen
		 					
ich werde zuschreiben
du wirst zuschreiben
er/sie/es wird zuschreiben
ik zal wijten
jij zult wijten
hij/zij/het zal wijten
			 					» meer vervoegingen van wijten