Vertaling van accession

Inhoud:

Engels
Nederlands
accession, acquisition, asset {zn.}
prooi 
verwerving [v]
verkrijging [v]
buit [m]
acquisitie [v] (de ~)
aanwinst  [v]
accession {zn.}
ambtsaanvaarding [v]
aanvaarding [v]
accession {zn.}
vermeerdering [v]
accession {zn.}
troonsbestijging [v]
accession, acquisition, gain {zn.}
prooi 
buit [m]
acquest
aanwinst  [v]
accession, adherence, adhesion {zn.}
toetreding [v]
aanmelding [v]
growth, accretion, accession {zn.}
toename
accres [o]
groei
gestalte
ontwikkeling  [v]
aangroei  [m]
aanwas [m]
admittance, access, accession, admission, entree {zn.}
toegang [m] (de ~)
admittantie [v]
entree
I have access to his library.
Ik heb toegang tot zijn bibliotheek.
addendum, addition, additive, appendix, attachment, extension, accession, appendage {zn.}
extraatje [o]
toegift
access, admission, admittance, accession, entrance, entry {zn.}
binnengaan  [o]
entree [v]
intrede
toegang 
agreement, consent, permission, acceptance, acquiescence, assent, accession {zn.}
fiat [o]
toestemming [v]
goedvinden
increase, accession {zn.}
aangroei  [m]
vermeerdering [v]
toename


Gerelateerd aan accession

acquisition - asset - gain - adherence - adhesion - growth - accretion - admittance - access - admission - entree - addendum - addition - additive - appendixbelongings - chance