Vertaling van ache

Inhoud:

Engels
Nederlands
to ache {ww.}
snakken naar
smachten naar
hunkeren
smachten
haken naar

I ache
you ache
we ache

ik hunker
jij hunkert
wij hunkeren
» meer vervoegingen van hunkeren

to ache, to act up {ww.}
pijn lijden
pijn hebben
to ache, to be painful, to hurt {ww.}
pijn doen
zeer doen
I didn't mean to hurt you.
Ik wou u geen pijn doen.
People who hurt children do not deserve mercy.
Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.
ache
pijn hebben
pijn lijden
to long for, to yearn, to ache, to long, to ache for {ww.}
zuchten naar
zuchten 
smachten
verlangen
reikhalzen
hunkeren

I ache
you ache
we ache

ik zucht
jij zucht
wij zuchten
» meer vervoegingen van zuchten

to ache, to hurt, to suffer {ww.}
bezeren

I ache
you ache
we ache

ik bezeer
jij bezeert
wij bezeren
» meer vervoegingen van bezeren

to ache, to hurt, to smart {ww.}
schrijnen

they ache

zij schrijnen
» meer vervoegingen van schrijnen

pain, ache, distress, soreness {zn.}
pijn  [v]
zeer [o]
wee
I have a stomach ache.
Mijn buik doet pijn.
The pain was unbearable.
De pijn was ondraaglijk.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I have a stomach ache.

Mijn buik doet pijn.

My joints ache when it gets cold.

Mijn gewrichten doen pijn wanneer het koud wordt.


Gerelateerd aan ache

act up - be painful - hurt - long for - yearn - long - ache for - suffer - smart - pain - distress - sorenessinjure - prick