Vertaling van airs

Inhoud:

Engels

Nederlands

airs {zn.}

allure [v]

to air, to aerate, to air out, to vent, to ventilate {ww.}

doorwaaien
luchten
doortochten

he/she/it airs

hij/zij/het doorwaait
» meer vervoegingen van doorwaaien

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}

uitzenden

he/she/it airs

hij/zij/het zendt uit
» meer vervoegingen van uitzenden

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}

doorseinen

he/she/it airs

hij/zij/het seint door
» meer vervoegingen van doorseinen

to air, to bare, to publicise, to publicize {ww.}

ventileren
luchten

he/she/it airs

hij/zij/het ventileert
» meer vervoegingen van ventileren

to air, to air out, to vent, to ventilate {ww.}

afreageren

he/she/it airs

hij/zij/het reageert af
» meer vervoegingen van afreageren

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}

uitzenden
rondstralen

he/she/it airs

hij/zij/het zendt uit
» meer vervoegingen van uitzenden

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}

omroepen

he/she/it airs

hij/zij/het roept om
» meer vervoegingen van omroepen