Vertaling van anchor

Inhoud:

Engels
Nederlands
to anchor {ww.}
verankeren

I anchor
you anchor
we anchor

ik veranker
jij verankert
wij verankeren
» meer vervoegingen van verankeren

to anchor, to drop anchor, to ride at anchor {ww.}
voor anker liggen
ten anker liggen
ankeren 

I anchor
you anchor
we anchor

ik anker
jij ankert
wij ankeren
» meer vervoegingen van ankeren

to anchor {ww.}
voor anker gaan

I anchor

anchor {zn.}
anker  [o]
to anchor, to ground {ww.}
ankeren

I anchor
you anchor
we anchor

ik anker
jij ankert
wij ankeren
» meer vervoegingen van ankeren

to anchor, to ground {ww.}
funderen
grondvesten

I anchor
you anchor
we anchor

ik fundeer
jij fundeert
wij funderen
» meer vervoegingen van funderen

to anchor, to cast anchor, to drop anchor {ww.}
ankeren

I anchor
you anchor
we anchor

ik anker
jij ankert
wij ankeren
» meer vervoegingen van ankeren

anchor, ground tackle {zn.}
anker [o] (het ~)
anchor, backbone, keystone, linchpin, lynchpin, mainstay {zn.}
sleutelfiguur [m] (de ~)
spil [m] (de ~)
middelpunt
anchor, anchorman, anchorperson {zn.}
eindredacteur [m] (de ~)