Vertaling van ban

Inhoud:

Engels
Nederlands
ban {zn.}
uitsluiting [v]
to forbid, to prohibit, to disallow, to proscribe, to ban {ww.}
verbieden

I ban
you ban
we ban

ik verbied
jij verbiedt
wij verbieden
» meer vervoegingen van verbieden

The local school board would go to any length to ban that book.
De lokale schoolcommissie zou over lijken gaan om dat boek te verbieden.
to exile, to ban {ww.}
verbannen 
uitbannen

I ban
you ban
we ban

ik verban
jij verbant
wij verbannen
» meer vervoegingen van verbannen

to ban, to banish, to blackball, to cast out, to ostracise, to ostracize, to shun {ww.}
verstoten
uitstoten

I ban
you ban
we ban

ik verstoot
jij verstoot
wij verstoten
» meer vervoegingen van verstoten

to ban, to banish, to blackball, to cast out, to ostracise, to ostracize, to shun {ww.}
doodverklaren

I ban
you ban
we ban

ik verklaar dood
jij verklaart dood
wij verklaren dood
» meer vervoegingen van doodverklaren

to ban, to banish, to blackball, to cast out, to ostracise, to ostracize, to shun {ww.}
deballoteren

I ban
you ban
we ban

ik deballoteer
jij deballoteert
wij deballoteren
» meer vervoegingen van deballoteren

interdiction, ban {zn.}
interdict
prohibition, proscription, veto, disallowance, ban {zn.}
verbod
interdict
anathema, ban, excommunication {zn.}
excommunicatie [v]
ban [m]
banvloek  [m]
anathema [o]
exile, ban {zn.}
verbanning  [v]
ballingschap  [v]
anathema, ban, excommunication {zn.}
banvloek  [m]
excommunicatie [v]
ban [m]