Vertaling van bought
I bought
you bought
he/she/it bought
ik kocht aan
jij kocht aan
hij/zij/het kocht aan
» meer vervoegingen van aankopen
I bought
you bought
he/she/it bought
ik kocht
jij kocht
hij/zij/het kocht
» meer vervoegingen van kopen
I bought
you bought
he/she/it bought
ik schafte aan
jij schafte aan
hij/zij/het schafte aan
» meer vervoegingen van aanschaffen
I bought
you bought
he/she/it bought
ik kocht om
jij kocht om
hij/zij/het kocht om
» meer vervoegingen van omkopen
I bought
you bought
he/she/it bought
ik schafte aan
jij schafte aan
hij/zij/het schafte aan
» meer vervoegingen van aanschaffen
Voorbeelden in zinsverband
I bought a watch.
Ik heb een horloge gekocht.
Tom bought a webcam.
Tom heeft een webcam gekocht.
I bought nine flowers.
Ik kocht negen bloemen.
She bought vegetables yesterday.
Ze heeft gisteren groenten gekocht.
I bought an umbrella.
Ik heb een paraplu gekocht.
Dad bought me a camera.
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.
I bought a woolen sweater.
Ik kocht een wollen trui.
I bought this sweater yesterday.
Ik kocht deze trui gisteren.
She bought him a camera.
Ze heeft hem een fototoestel gekocht.
I bought a new car.
Ik kocht een nieuwe auto.
I have bought a car.
Ik heb een auto gekocht.
You bought a new house.
Je hebt een nieuw huis gekocht.
I bought a Nintendo 3DS.
Ik heb een Nintendo DS gekocht.
I bought an old lamp.
Ik heb een oude lamp gekocht.
You bought an expensive coat.
Je hebt een dure jas gekocht.