Vertaling van digs

Inhoud:

Engels
Nederlands
to dig, to dig up, to lift, to pull up, to unearth {ww.}
opgraven
rooien

he/she/it digs

hij/zij/het graaft op
» meer vervoegingen van opgraven

to dig, to grub, to spade {ww.}
graven
spitten
woelen

he/she/it digs

hij/zij/het graaft
» meer vervoegingen van graven

diggings, digs, domiciliation, lodgings, pad {zn.}
vloeiblok
diggings, digs, domiciliation, lodgings, pad {zn.}
logies [o] (het ~)
diggings, digs, domiciliation, lodgings, pad {zn.}
tekenblok [o] (het ~)
to dig, to jab, to poke, to prod, to stab {ww.}
steken

he/she/it digs

hij/zij/het steekt
» meer vervoegingen van steken

to dig, to drudge, to fag, to grind, to labor, to labour, to moil, to toil, to travail {ww.}
afsjouwen

he/she/it digs

hij/zij/het sjouwt af
» meer vervoegingen van afsjouwen

to cut into, to delve, to dig, to turn over {ww.}
steken
uitgraven

he/she/it digs

hij/zij/het steekt
» meer vervoegingen van steken

to dig, to excavate, to hollow {ww.}
delven
graven

he/she/it digs

hij/zij/het delft
» meer vervoegingen van delven

to cut into, to delve, to dig, to turn over {ww.}
doorwroeten
omspitten

he/she/it digs

hij/zij/het spit om
» meer vervoegingen van omspitten

to cut into, to delve, to dig, to turn over {ww.}
omwoelen
omwerken

he/she/it digs

hij/zij/het omwoelt
» meer vervoegingen van omwoelen

to dig, to drudge, to fag, to grind, to labor, to labour, to moil, to toil, to travail {ww.}
sjouwen

he/she/it digs

hij/zij/het sjouwt
» meer vervoegingen van sjouwen

to cut into, to delve, to dig, to turn over {ww.}
spitten

he/she/it digs

hij/zij/het spit
» meer vervoegingen van spitten

to dig, to drudge, to fag, to grind, to labor, to labour, to moil, to toil, to travail {ww.}
beulen
ploeteren
sappelen
sloven
ploegen
inspannen

he/she/it digs

hij/zij/het beult
» meer vervoegingen van beulen

to apprehend, to compass, to comprehend, to dig, to get the picture, to grasp, to grok, to savvy {ww.}
aanvatten

he/she/it digs

hij/zij/het vat aan
» meer vervoegingen van aanvatten

to cut into, to delve, to dig, to turn over {ww.}
omwerken

he/she/it digs

hij/zij/het werkt om
» meer vervoegingen van omwerken



Gerelateerd aan digs

dig - dig up - lift - pull up - unearth - grub - spade - diggings - domiciliation - lodgings - pad - jab - poke - prod - stabcaruncle - displace - dig - enhance - remove - cut into - move around - work - apply - adapt