Vertaling van dip

Inhoud:

Engels
Nederlands
to dip, to immerse, to soak, to dunk {ww.}
indopen
soppen
indompelen

I dip
you dip
we dip

ik doop in
jij doopt in
wij dopen in
» meer vervoegingen van indopen

to dip, to dunk {ww.}
soppen

I dip
you dip
we dip

ik sop
jij sopt
wij soppen
» meer vervoegingen van soppen

to dip, to douse, to duck {ww.}
dippen

I dip
you dip
we dip

ik dip
jij dipt
wij dippen
» meer vervoegingen van dippen

to dip, to sink {ww.}
dimmen

I dip
you dip
we dip

ik dim
jij dimt
wij dimmen
» meer vervoegingen van dimmen

to dip {ww.}
afhellen
aflopen
hellen

I dip
you dip
we dip

ik loop af
jij loopt af
wij lopen af
» meer vervoegingen van aflopen

to dip, to douse, to duck {ww.}
dompelen

I dip
you dip
we dip

ik dompel
jij dompelt
wij dompelen
» meer vervoegingen van dompelen

to dip, to dunk {ww.}
onderdompelen

I dip
you dip
we dip

ik dompel onder
jij dompelt onder
wij dompelen onder
» meer vervoegingen van onderdompelen

dip, plunge {zn.}
dompelbad
dip {zn.}
dompelbad
dip, drop, fall, free fall {zn.}
herfst [m] (de ~)
najaar [o] (het ~)
dip {zn.}
dipsaus [m] (de ~)
dip, plunge {zn.}
smeerkaars
vetkaars
angle of dip, dip, inclination, magnetic dip, magnetic inclination {zn.}
inclinatie
cutpurse, dip, pickpocket {zn.}
zakkenroller [m] (de ~)