Vertaling van interior

Inhoud:

Engels
Nederlands
interior {zn.}
interieur [o] (het ~)
inrichting [v] (de ~)
interior, midland, upcountry {bn.}
binnenst
inner, inside, internal, endogenous, inland, interior, intra- {bn.}
binnenste 
binnenlands
intern 
inwendig 
inside, interior {zn.}
binnenste  [o]
inwendige
He had his shirt on inside out.
Hij had zijn hemd binnenste buiten aan.
inside, interior {zn.}
binnenspeler
center
middenspeler
inside, interior {zn.}
vertrouwenspositie
home, interior, internal, national {bn.}
raak
inside, interior {zn.}
binnenzijde [m] (de ~)
binnenkant [m] (de ~)
inside, interior {zn.}
huizenkant
inside, interior {zn.}
binnenste [o] (het ~)
binnenwerk [o] (het ~)
inwendige
binnenkant
home, interior, internal, national {bn.}
staatkundig


Gerelateerd aan interior

midland - upcountry - inner - inside - internal - endogenous - inland - intra- - home - nationalarrangement - participant - position - side - border - component