Vertaling van leaving

Inhoud:

Engels
Nederlands
to leave {ww.}
afstappen
to exit, to go out, to alight, to emerge, to leave, to quit {ww.}
uitgaan 
uittreden
uitstijgen
uitstappen
uitlopen
uitkomen 
Let's go out.
Laten we uitgaan.
I'd rather not go out this evening.
Ik zou beter niet uitgaan vanavond.
to depart, to leave, to set out {ww.}
op reis gaan
afreizen 
to depart, to leave, to sail, to start {ww.}
afvaren
to absent onself, to depart, to go away, to leave, to absent onself from {ww.}
vertrekken
weggaan 
zich verwijderen
afgaan 
Let's leave.
Laten we weggaan.
I want to leave.
Ik wil weggaan.
to abandon, to desert, to forsake, to leave, to quit {ww.}
verlaten
laten varen
in de steek laten
I have to leave you.
Ik moet je verlaten.
I'll never leave you.
Ik zal u nooit verlaten.
to be lenient with, to indulge, to spare, to leave, to relent {ww.}
zich laten vermurwen
sparen
toegeeflijk zijn voor
ontzien
to depart, to leave, to set out {ww.}
afreizen 
op reis gaan

I am leaving

to allow, to leave, to let, to release {ww.}
laten
laten begaan
laten schieten
loslaten
toelaten

I am leaving

to bequeath, to leave {ww.}
nalaten

I am leaving

departure, going, going away, leaving {zn.}
vertrek [o] (het ~)
I've got to shave before leaving.
Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.
I'm leaving town for a few days.
Ik vertrek voor een aantal dagen.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I'm leaving.

Ik stap op.

When are you leaving?

Wanneer vertrekt ge?

You're leaving already?

Ben je al weg?

I saw Andrea leaving home.

Ik zag Andrea van huis weggaan.

She's leaving the country in six months.

Binnen zes maanden verlaat ze het land.

I've got to shave before leaving.

Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.

When will Mr. Suzuki Japanion be leaving?

Wanneer gaat dhr. Suzuki Japanion weg?

I'm leaving town for a few days.

Ik vertrek voor een aantal dagen.

We are definitely leaving this country.

Wij verlaten zeker en vast dit land.

Leaving the train station I saw a man.

Toen ik het treinstation verliet zag ik een man.

I would like to see you before leaving for Europe.

Ik zou u graag zien voor ik naar Europa vertrek.

Guests always bring delight; if it is not when coming, then it is when leaving.

Visite brengt steeds vreugde aan; is 't niet bij het komen, dan bij het gaan.

I've just been to the airport to see off a friend who was leaving for Europe.

Ik ben alleen even naar het vliegveld geweest om een vriend die naar Europa ging uit te zwaaien.

And just like that, Dima's childhood friend hung up, leaving Dima - as he was before - 99 kopeks short of his goal.

En zo hing Dima's vriend uit zijn kindertijd zomaar op, Dima - net als daarvoor - met 99 kopeke te weinig achterlatend.


Gerelateerd aan leaving

leave - exit - go out - alight - emerge - quit - depart - set out - sail - start - absent onself - go away - absent onself from - abandon - desertremotion