Vertaling van mess

Inhoud:

Engels
Nederlands
mess, junk {zn.}
klerezooi
zooi
rotzooi
troep
zootje [o]
to mess, to mess up {ww.}
kliederen
klodderen
kledderen

I mess
you mess
we mess

ik klieder
jij kliedert
wij kliederen
» meer vervoegingen van kliederen

to mess, to mess up {ww.}
overhoophalen

I mess
you mess
we mess

ik haal overhoop
jij haalt overhoop
wij halen overhoop
» meer vervoegingen van overhoophalen

to dishevel, to tousle, to mess, to ruffle, to jostle, to disarray {ww.}
in de war brengen
verfomfaaien

I mess
you mess
we mess

ik verfomfaai
jij verfomfaait
wij verfomfaaien
» meer vervoegingen van verfomfaaien

blunder, bungle, mess, screw-up {zn.}
geknoei [o]
knoeiwerk
broddelwerk [o]
mess, messiness, muss, mussiness {zn.}
puinhoop [m] (de ~)
augiasstal
zooi [m] (de ~)
zwijnenstal [m] (de ~)
zwijnestal
zwijnenpan
zwijnenboel
zwijneboel
klerezooi [m] (de ~)
keet [m] (de ~)
kankerzooi [m] (de ~)
janboel [m] (de ~)
beestenboel [m] (de ~)
beestenbende
warboel [m] (de ~)
zootje
prulleboel
zwijnekeet
prullenboel
zwijnenkeet
rommelzooi
zwijnepan
soepzootje
zwijnezooi
teringzooi
rotzooi [m] (de ~)
troep [m] (de ~)
rommel [m] (de ~)
bende [m] (de ~)
It's a fucking mess.
Het is een verdomde puinhoop.
I made a mess of it.
Ik maakte er een puinhoop van.
mess, messiness, muss, mussiness {zn.}
geknoei [o] (het ~)
gruel, mess, mush, porridge, puree {zn.}
moes
pap
brij  [m]
mess, mess hall {zn.}
flodderbroek
fix, hole, jam, kettle of fish, mess, muddle, pickle {zn.}
gaatje
batch, deal, flock, good deal, great deal, hatful, heap, lot, mass, mess, mickle, mint, mountain, muckle, passel, peck, pile, plenty, pot, quite a little, raft, sight, slew, spate, stack, tidy sum, wad {zn.}
kluit
bups [m] (de ~)
batch, deal, flock, good deal, great deal, hatful, heap, lot, mass, mess, mickle, mint, mountain, muckle, passel, peck, pile, plenty, pot, quite a little, raft, sight, slew, spate, stack, tidy sum, wad {zn.}
hoop [m] (de ~)
bende [m] (de ~)
berg [m] (de ~)
kwak
lading [v] (de ~)
massa [m] (de ~)
schep
stelletje
stoot [m] (de ~)
troep
veelheid [v] (de ~)
vracht
zooi [m] (de ~)
zwik [m] (de ~)
pak [o] (het ~)
smak [m] (de ~)
bom
bulk [m] (de ~)
sjees [m] (de ~)
boel [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

It's a fucking mess.

Het is een verdomde puinhoop.

Tom is in the mess hall.

Tom zit in de eetzaal.

I made a mess of it.

Ik maakte er een puinhoop van.

If you make a mess, clean it up.

Als je er een boeltje van maakt, ruim het op.


Gerelateerd aan mess

junk - mess up - dishevel - tousle - ruffle - jostle - disarray - blunder - bungle - screw-up - messiness - muss - mussiness - gruel - mushscant - cause - pant - opening - amount