Vertaling van park

Inhoud:

Engels
Nederlands
to park {ww.}
parkeren

I park
you park
we park

ik parkeer
jij parkeert
wij parkeren
» meer vervoegingen van parkeren

Where can we park the car?
Waar kunnen we het auto parkeren?
You can't park your car here.
Je kan je auto hier niet parkeren.
to park {ww.}
overlaten

I park
you park
we park

ik laat over
jij laat over
wij laten over
» meer vervoegingen van overlaten

park {zn.}
park 
plantsoen
warande
to park {ww.}
parkeren
stationeren

I park
you park
we park

ik parkeer
jij parkeert
wij parkeren
» meer vervoegingen van parkeren

park, parkland {zn.}
reservaat [o] (het ~)
car park, park, parking area, parking lot {zn.}
parkeergelegenheid [v] (de ~)
parkeerterrein [o] (het ~)
common, commons, green, park {zn.}
groenstrook [m] (de ~)
ballpark, park {zn.}
sportpark
sportcomplex
ballpark, park {zn.}
plantsoen [o] (het ~)
ballpark, park {zn.}
park [o] (het ~)
We ran in the park.
We liepen in het park.
I go to the park.
Ik ga naar het park.
car park, park, parking area, parking lot {zn.}
parkeergarage [v] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

We ran in the park.

We liepen in het park.

I go to the park.

Ik ga naar het park.

He likes walking in the park.

Hij houdt van wandelen in het park.

We were playing in the park.

We waren in het park aan het spelen.

Where can we park the car?

Waar kunnen we het auto parkeren?

You can't park your car here.

Je kan je auto hier niet parkeren.

You cannot park your car here.

Je kan je auto hier niet parkeren.

Three children were playing in the park.

Drie kinderen waren aan het spelen in het park.

Many children were playing in the park.

Er speelden veel kinderen in het park.

You can't park on the pavement.

Je mag niet op de stoep parkeren.

He walks in the park every morning.

Hij wandelt elke morgen in het park.

I went to the park last Sunday.

Afgelopen zondag ben ik naar het park gegaan.

Can we roller-skate in this park?

Mogen we rolschaatsen in dit park?

Don't walk in the park at night!

Loop niet in het park in de nacht!

We went to the park to play.

We gingen naar het park om te spelen.


Gerelateerd aan park

parkland - car park - parking area - parking lot - common - commons - green - ballparklay - national park - area - strip - ballpark - garden - garage - parking space