Vertaling van studying

Inhoud:

Engels
Nederlands
to study {ww.}
bestuderen 
studie maken van
instuderen
We study a species of poisonous frog very similar to a rock.
We bestuderen een soort giftige kikker met veel gelijkenis tot een steen.
to study {ww.}
studeren 
bestuderen 
I will study German.
Ik ga Duits studeren.
Good students study hard.
Goede studenten studeren hard.
to examine, to explore, to investigate, to research, to prospect, to survey, to study {ww.}
exploreren
nagaan
onderzoeken 
uitvissen
uitzoeken
vorsen

I am studying

to analyse, to analyze, to canvas, to canvass, to examine, to study {ww.}
bestuderen
to contemplate, to meditate, to study {ww.}
mediteren
to analyse, to analyze, to canvas, to canvass, to examine, to study {ww.}
onderzoeken
I have to examine you.
Ik moet je onderzoeken.
to study {ww.}
studeren
I want to study German.
Ik wil Duits studeren.
Most students study hard.
De meeste studenten studeren hard.
to hit the books, to study {ww.}
studeren
I will have to study harder.
Ik zal harder moeten studeren.
to analyse, to analyze, to canvas, to canvass, to examine, to study {ww.}
uitcijferen
to analyse, to analyze, to canvas, to canvass, to examine, to study {ww.}
uitspitten

I am studying

to analyse, to analyze, to canvas, to canvass, to examine, to study {ww.}
bestuderen

I am studying

to analyse, to analyze, to canvas, to canvass, to examine, to study {ww.}
informeren

I am studying

to consider, to study {ww.}
overdenken
overpeinzen
nadenken
overwegen

I am studying

to contemplate, to meditate, to study {ww.}
peinzen
filosoferen
mijmeren

I am studying



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Are you studying?

Ben je aan het studeren?

I'm constantly studying.

Ik ben voortdurend aan het studeren.

I like studying English.

Ik studeer graag Engels.

I like studying wild flowers.

Ik bestudeer graag wilde bloemen.

He's studying history in college.

Hij studeert geschiedenis aan de universiteit.

I've decided to continue studying.

Ik heb besloten door te studeren.

Studying a foreign language is hard.

Een vreemde taal leren is moeilijk.

Is Tom studying French at school?

Leert Tom Frans op school?

A friend of mine is studying abroad.

Een vriend van mij studeert in het buitenland.

When I came home, Tom was studying.

Toen ik thuiskwam, was Tom aan het studeren.

I talked with my parents about my studying abroad.

Ik heb met mijn ouders gesproken over studeren in het buitenland.

I'll do my best not to disturb your studying.

Ik zal proberen je niet te storen bij het leren.

My grown-up son is studying abroad now.

Mijn volwassen zoon studeert nu in het buitenland.

I've been studying in China for ten months.

Ik studeer sinds tien maanden in China.

I have been studying it for five years.

Ik studeer het al vijf jaar.