Vertaling van to amplify

Inhoud:

Engels
Nederlands
to amplify {ww.}
versterken

I amplify
you amplify
we amplify

ik versterk
jij versterkt
wij versterken
» meer vervoegingen van versterken

to amplify {ww.}
verwijden
verruimen
uitbreiden 
uitleggen 
oprekken

I amplify
you amplify
we amplify

ik verwijd
jij verwijdt
wij verwijden
» meer vervoegingen van verwijden

to increase, to augment, to heighten, to raise, to amplify {ww.}
vermeerderen 
ophogen
vergroten

I amplify
you amplify
we amplify

ik vermeerder
jij vermeerdert
wij vermeerderen
» meer vervoegingen van vermeerderen

to amplify, to blow up, to expand, to inflate {ww.}
opdrijving
to amplify, to exaggerate, to hyperbolise, to hyperbolize, to magnify, to overdraw, to overstate {ww.}
overdrijven
kleuren
opblazen
opkloppen
overtrekken
oppijpen
hyperboliseren

I amplify
you amplify
we amplify

ik overdrijf
jij overdrijft
wij overdrijven
» meer vervoegingen van overdrijven

Tom tends to exaggerate.
Tom heeft de neiging te overdrijven.
to amplify, to exaggerate, to hyperbolise, to hyperbolize, to magnify, to overdraw, to overstate {ww.}
chargeren

I amplify
you amplify
we amplify

ik chargeer
jij chargeert
wij chargeren
» meer vervoegingen van chargeren

to amplify, to exaggerate, to hyperbolise, to hyperbolize, to magnify, to overdraw, to overstate {ww.}
aandikken

I amplify
you amplify
we amplify

ik dik aan
jij dikt aan
wij dikken aan
» meer vervoegingen van aandikken

to amplify, to blow up, to expand, to inflate {ww.}
opblazen

I amplify
you amplify
we amplify

ik blaas op
jij blaast op
wij blazen op
» meer vervoegingen van opblazen

to amplify, to exaggerate, to hyperbolise, to hyperbolize, to magnify, to overdraw, to overstate {ww.}
overdrijven

I amplify
you amplify
we amplify

ik overdrijf
jij overdrijft
wij overdrijven
» meer vervoegingen van overdrijven



Gerelateerd aan to amplify

amplify - increase - augment - heighten - raise - blow up - expand - inflate - exaggerate - hyperbolise - hyperbolize - magnify - overdraw - overstateenlargement - reproduce - assail - amplify - destroy - act