Vertaling van blow up
opblazen
laten ontploffen
they blow
he/she/it will blow
they will blow
zij waaien
hij/zij/het zal waaien
zij zult waaien
			 					» meer vervoegingen van waaien
		 					
waaien
I blow
you blow
we blow
ik blaas
jij blaast
wij blazen
			 					» meer vervoegingen van blazen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik blaas aan
jij blaast aan
wij blazen aan
			 					» meer vervoegingen van aanblazen
		 					
knoeien
modderen
verhaspelen
verknoeien
verprutsen
I blow
you blow
we blow
ik beunhaas
jij beunhaast
wij beunhazen
			 					» meer vervoegingen van beunhazen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik blaas
jij blaast
wij blazen
			 					» meer vervoegingen van blazen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik blaas
jij blaast
wij blazen
			 					» meer vervoegingen van blazen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik schetter
jij schettert
wij schetteren
			 					» meer vervoegingen van schetteren
		 					
I blow
you blow
we blow
ik blaas
jij blaast
wij blazen
			 					» meer vervoegingen van blazen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik duw af
jij duwt af
wij duwen af
			 					» meer vervoegingen van afduwen
		 					
they blow
he/she/it will blow
they will blow
zij waaien
hij/zij/het zal waaien
zij zult waaien
			 					» meer vervoegingen van waaien
		 					
I blow
you blow
we blow
ik brand uit
jij brandt uit
wij branden uit
			 					» meer vervoegingen van uitbranden
		 					
verkwanselen
verkwisten
vermorsen
doordraaien
I blow
you blow
we blow
ik verspil
jij verspilt
wij verspillen
			 					» meer vervoegingen van verspillen
		 					
waaien
I blow
you blow
we blow
ik blaas
jij blaast
wij blazen
			 					» meer vervoegingen van blazen
		 					
they blow
he/she/it will blow
they will blow
zij waaien uit
hij/zij/het zal uitwaaien
zij zult uitwaaien
			 					» meer vervoegingen van uitwaaien
		 					
I blow
you blow
we blow
ik brand door
jij brandt door
wij branden door
			 					» meer vervoegingen van doorbranden
		 					
I blow
you blow
we blow
ik blaas af
jij blaast af
wij blazen af
			 					» meer vervoegingen van afblazen
		 					
they blow
he/she/it will blow
they will blow
zij waaien uit
hij/zij/het zal uitwaaien
zij zult uitwaaien
			 					» meer vervoegingen van uitwaaien
		 					
I blow
you blow
we blow
ik spuit
jij spuit
wij spuiten
			 					» meer vervoegingen van spuiten
		 					
pijpen
I blow
you blow
we blow
ik zuig af
jij zuigt af
wij zuigen af
			 					» meer vervoegingen van afzuigen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik raas uit
jij raast uit
wij razen uit
			 					» meer vervoegingen van uitrazen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik zuig af
jij zuigt af
wij zuigen af
			 					» meer vervoegingen van afzuigen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik blaas
jij blaast
wij blazen
			 					» meer vervoegingen van blazen
		 					
he/she/it will blow
he/she/it would blow
hij/zij/het zal doorsmeulen
hij/zij/het zult doorsmeulen
			 					» meer vervoegingen van doorsmeulen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik brand door
jij brandt door
wij branden door
			 					» meer vervoegingen van doorbranden
		 					
they blow
he/she/it will blow
they will blow
zij waaien los
hij/zij/het zal loswaaien
zij zult loswaaien
			 					» meer vervoegingen van loswaaien
		 					
komediespelen
acteren
aanstellen
I blow
you blow
we blow
ik drijf mee
jij drijft mee
wij drijven mee
			 					» meer vervoegingen van meedrijven
		 					
I blow
you blow
we blow
ik drijf af
jij drijft af
wij drijven af
			 					» meer vervoegingen van afdrijven
		 					
opvliegen
I blow
you blow
we blow
ik stuif op
jij stuift op
wij stuiven op
			 					» meer vervoegingen van opstuiven
		 					
they blow
he/she/it will blow
they will blow
zij waaien over
hij/zij/het zal overwaaien
zij zult overwaaien
			 					» meer vervoegingen van overwaaien
		 					
hannesen
haspelen
klunzen
krukken
I blow
you blow
we blow
ik stuntel
jij stuntelt
wij stuntelen
			 					» meer vervoegingen van stuntelen
		 					
vergallen
verkankelemienen
verkankeren
verkloten
vergiftigen
verzieken
vertroebelen
verpesten
I blow
you blow
we blow
ik infesteer
jij infesteert
wij infesteren
			 					» meer vervoegingen van infesteren
		 					
verbroddelen
verbrodden
verbruien
verhaspelen
verknallen
verknollen
versjteren
verstieren
verknoeien
verprutsen
bederven
I blow
you blow
we blow
ik mispeuter
jij mispeutert
wij mispeuteren
			 					» meer vervoegingen van mispeuteren
		 					
zeilen
zweven
I blow
you blow
we blow
ik drijf
jij drijft
wij drijven
			 					» meer vervoegingen van drijven
		 					
I blow
you blow
we blow
ik drijf af
jij drijft af
wij drijven af
			 					» meer vervoegingen van afdrijven
		 					
I blow
you blow
we blow
ik haspel
jij haspelt
wij haspelen
			 					» meer vervoegingen van haspelen
		 					
I blow
you blow
we blow
ik stuif
jij stuift
wij stuiven
			 					» meer vervoegingen van stuiven
		 					
I blow
you blow
we blow
ik stuif op
jij stuift op
wij stuiven op
			 					» meer vervoegingen van opstuiven