Vertaling van to trip

Inhoud:

Engels
Nederlands
to trip, to trip up {ww.}
onderuithalen
neerhalen

I trip
you trip
we trip

ik haal onderuit
jij haalt onderuit
wij halen onderuit
» meer vervoegingen van onderuithalen

to stumble, to trip {ww.}
stommelen

I trip
you trip
we trip

ik stommel
jij stommelt
wij stommelen
» meer vervoegingen van stommelen

to jaunt, to travel, to trip {ww.}
reizen
reizend

I trip
you trip
we trip

ik reis
jij reist
wij reizen
» meer vervoegingen van reizen

I want to travel with you.
Ik wil met je reizen.
I want to travel around the world.
Ik wil rond de wereld reizen.
to get off, to trip, to trip out, to turn on {ww.}
trippen

I trip
you trip
we trip

ik trip
jij tript
wij trippen
» meer vervoegingen van trippen



Gerelateerd aan to trip

trip - trip up - stumble - jaunt - travel - get off - trip out - turn oncause - walk - displace - hallucinate