Vertaling van widening

Inhoud:

Engels

Nederlands

to spread, to broaden, to disseminate, to dispense, to disperse, to propagate, to widen {ww.}

verspreiden
verbreiden
afgeven

A small forest fire can easily spread and quickly become a great conflagration.

Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.

to broaden, to expand, to widen {ww.}

verbreden

broadening, widening {zn.}

verbreding [v] (de ~)

to broaden, to extend, to widen {ww.}

uitbreiden
expanderen

to broaden, to extend, to widen {ww.}

verwijden

to let out, to widen {ww.}

uitleggen

to broaden, to extend, to widen {ww.}

verruimen

Television helps us widen our knowledge.

Televisie helpt ons onze kennis te verruimen.

to widen {ww.}

verbreden