Vertaling van arranque

Inhoud:

Spaans
Nederlands
arranque [m] (el ~) {zn.}
aanloop  [m]
arranque [m] (el ~) {zn.}
bevlieging  [v]
arranque [m] (el ~) {zn.}
startinrichting [v]
starter [m]
aanzetschakelaar [m]
arrancar, cortar {ww.}
wegscheuren
afplukken
afrukken
plukken
afbreken 

yo arranqué

ik scheurde weg
» meer vervoegingen van wegscheuren

arrancar {ww.}
starten

yo arranqué

ik startte
» meer vervoegingen van starten

partir, salir, arrancar {ww.}
vertrekken
starten

yo arranqué

ik vertrok
» meer vervoegingen van vertrekken

¿Cuándo estarás listo para salir?
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Permiso por favor, tengo que salir.
Neem mij niet kwalijk, ik moet vertrekken.
partir, salir, arrancar {ww.}
weggaan 
op weg gaan
tijgen
opstappen

yo arranqué

ik ging weg
» meer vervoegingen van weggaan

arrancar {ww.}
uithalen
te voorschijn trekken
tappen
trekken
ontlokken 

yo arranqué

ik haalde uit
» meer vervoegingen van uithalen

arrancar, poner {ww.}
aan de praat krijgen
aanzetten
op gang brengen

yo arranqué

ik zette aan
» meer vervoegingen van aanzetten

rasgar, desgajar, arrancar {ww.}
rijten
scheuren 

yo arranqué

ik reet
» meer vervoegingen van rijten


Gerelateerd aan arranque

arrancar - cortar - partir - salir - poner - rasgar - desgajar