Vertaling van parte

Inhoud:

Spaans
Nederlands
parte [v] (la ~) {zn.}
aandeel  [o]
parte [v] (la ~), ración [v] (la ~), poción [v] (la ~) {zn.}
deel [o]
taks [m]
rantsoen [o]
portie  [v]
aandeel  [o]
Parte de su relato es verdad.
Een deel van zijn verhaal is waar.
Japón debe importar la mayor parte de sus materias primas.
Japan moet het grootste deel van zijn grondstoffen importeren.
parte [v] (la ~), porción [v] (la ~) {zn.}
deel
part
stuk 
onderdeel
gedeelte
Ella gasta la mayor parte de su dinero en ropa.
Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.
Por fin la primavera ha llegado a esta parte de Japón.
Eindelijk heeft de lente dit deel van Japan bereikt.
pedazo [m] (el ~), trozo [m] (el ~), pieza [v] (la ~), parte [v] (la ~) {zn.}
stukje [o]
homp
brok [o]
eindje [o]
bonk  [m]
Guárdame un trozo de tarta, que tengo que irme.
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.
despacho [m] (el ~), parte [v] (la ~) {zn.}
telegram
depêche [v]
partir, salir, arrancar {ww.}
vertrekken
starten

él/ella parte

hij/zij/het vertrekt
» meer vervoegingen van vertrekken

¿Cuándo estarás listo para salir?
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Permiso por favor, tengo que salir.
Neem mij niet kwalijk, ik moet vertrekken.
dividir, partir {ww.}
verdelen 
opsplitsen
delen
splitsen
afbreken 

él/ella parte

hij/zij/het verdeelt
» meer vervoegingen van verdelen

partir, salir, arrancar {ww.}
weggaan 
op weg gaan
tijgen
opstappen

él/ella parte

hij/zij/het gaat weg
» meer vervoegingen van weggaan



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Salúdela de mi parte.

Doe haar de groeten van me.

¿Hay un teléfono en alguna parte?

Is er ergens een telefoon?

El anillo no aparecía en ninguna parte.

De ring was nergens te vinden.

Puedes encontrar lo mismo en cualquier parte.

Ge kunt hetzelfde om het even waar vinden.

No lo puedo encontrar por ninguna parte.

Ik kan hem nergens vinden.

Él parte a las diez a Tokio.

Om tien uur vertrekt hij naar Tokyo.

Nuestro tren parte a las ocho treinta.

Onze trein vertrekt om half negen.

Parte de su relato es verdad.

Een deel van zijn verhaal is waar.

No lo podía encontrar por ninguna parte.

Ik kon het nergens vinden.

El anillo no aparecía en ninguna parte.

De ring was nergens te vinden.

Por favor, saluda a tu esposa de mi parte.

Doe alstublieft uw vrouw de groeten voor me.

Ella gasta la mayor parte de su dinero en ropa.

Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.

Debo de haber cometido un error en alguna parte.

Ik moet ergens een fout gemaakt hebben.

Japón debe importar la mayor parte de sus materias primas.

Japan moet het grootste deel van zijn grondstoffen importeren.

No es muy astuto de tu parte haber tirado esa nota.

Dat is niet zo erg snugger van je, dat je dat briefje hebt weggegooid.


Gerelateerd aan parte

ración - poción - porción - pedazo - trozo - pieza - despacho - partir - salir - arrancar - dividir