Vertaling van prueba

Inhoud:

Spaans
Nederlands
prueba [v] (la ~), muestra [v] (la ~) {zn.}
bewijs  [o]
teken [o]
adstructie [v]
Tengo una clara prueba.
Ik heb een duidelijk bewijs.
probar {ww.}
passen
aanpassen 

él/ella prueba

hij/zij/het past
» meer vervoegingen van passen

¿Me puedo probar este vestido?
Mag ik deze jurk passen?
ensayar, probar {ww.}
op de proef stellen
toetsen
bezoeken

él/ella prueba

hij/zij/het toetst
» meer vervoegingen van toetsen

probar, demostrar {ww.}
bewijzen
waarmaken
uitwijzen
staven 
adstrueren
aantonen 

él/ella prueba

hij/zij/het bewijst
» meer vervoegingen van bewijzen

Ella está tratando de demostrar la existencia de los fantasmas.
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
Los matemáticos son poetas, sólo que tienen que demostrar lo que su imaginación crea.
Wiskundigen zijn dichters, alleen moeten ze de vruchten van hun fantasie ook nog bewijzen.
intentar, probar, ensayar {ww.}
proberen
passen
uitproberen 
toetsen
aanpassen 
beproeven 

él/ella prueba

hij/zij/het probeert
» meer vervoegingen van proberen

Creo que vale la pena intentar.
Ik denk dat het het proberen waard is.
Si sale mal esta vez, podemos intentar de nuevo.
Als het deze keer niet lukt, kunnen we nog eens proberen.
probar {ww.}
passen
aanpassen 

él/ella prueba

hij/zij/het past
» meer vervoegingen van passen



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Encontré difícil la prueba.

Ik vond de test lastig.

Tengo una clara prueba.

Ik heb een duidelijk bewijs.

Este hecho prueba su inocencia.

Dit feit bewijst haar onschuld.

Este reloj es a prueba de agua.

Dit uurwerk is waterbestendig.

Las siguientes personas fueron sometidas a la prueba.

De volgende personen werden aan de test onderworpen.


Gerelateerd aan prueba

muestra - probar - ensayar - demostrar - intentar