Vertaling van se

Inhoud:

Spaans
Nederlands
se, uno {onb. vnw.}
men
we
je
ze
ser, estar {ww.}
zijn 
wezen
Ella parece estar feliz.
Ze lijkt gelukkig te zijn.
Deben de estar esperándote.
Ze zijn vast op je aan het wachten.
saber {ww.}
weten 

yo

ik weet
» meer vervoegingen van weten

¡No lo quieres saber!
Je wil het niet weten!
Esto es lo que queremos saber.
Dit is wat we willen weten.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Se bañó y se vistió.

Hij baadde en kleedde zich aan.

Tom se duchó y se afeitó.

Tom douchte en schoor zich.

Mi equipaje se perdió.

Mijn bagage ontbreekt.

Él se hizo policía.

Hij is politieagent geworden.

Se acaba de ir.

Hij is net gegaan.

¿Cómo se deletrea "bonita"?

Hoe schrijf je "pretty"?

Se ve extraño.

Het ziet er vreemd uit.

El fuego se extinguió.

Het vuur is uitgegaan.

¿Se quedó mucho rato?

Is hij heel lang gebleven?

Se armaron con pistolas.

Ze bewapenden zich met geweren.

Se afeitó el bigote.

Hij heeft zijn snor afgeschoren.

Ella se enojó.

Zij werd kwaad.

Mañana se los entrego.

Ik geef ze morgen aan haar.

El hielo se derritió.

Het ijs is gesmolten.

El barco se hunde.

Het schip zinkt!


Gerelateerd aan se

uno - ser - estar - saber