Vertaling van aide

Inhoud:

Frans
Nederlands
aide [v] (l' ~) {zn.}
hulp 
toeverlaat
toedoen
heul
bijstand  [m]
assistentie  [v]
Merci pour votre aide.
Bedankt voor je hulp.
J'ai besoin de son aide.
Ik heb zijn hulp nodig.
aider, assister, secourir {ww.}
helpen 
ter zijde staan
bijstaan 
assisteren 

j'aide
il/elle aide

ik help
hij/zij/het helpt
» meer vervoegingen van helpen

Puis-je aider ?
Kan ik helpen?
Nous pouvons vous aider.
Wij konnen je helpen.
aider, assister, secourir {ww.}
helpen 
ter zijde staan
bijstaan 
baten 

j'aide
il/elle aide

ik help
hij/zij/het helpt
» meer vervoegingen van helpen

Venez nous aider.
Kom ons helpen.
Puis-je vous aider ?
Kan ik u helpen?


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Merci pour votre aide.

Bedankt voor je hulp.

J'ai besoin de son aide.

Ik heb zijn hulp nodig.

J'ai besoin de votre aide.

Ik heb je hulp nodig.

Je suis très reconnaissant pour votre aide.

Ik ben erg dankbaar voor uw hulp.

Le savon aide à enlever la saleté.

Zeep helpt het vuil te verwijderen.

Il aide quiconque lui demande de l'aide.

Hij helpt gelijk wie die hem om hulp vraagt.

Avez-vous besoin de notre aide ?

Heb je onze hulp nodig?

Je m'attends à ce qu'il nous aide.

Ik verwacht dat hij ons zal helpen.

Cela nous aide dans les temps de difficulté.

Het helpt ons in moeilijke tijden.

Une carte nous aide à étudier la géographie.

Een kaart helpt ons bij de studie van de aardrijkskunde.

S'il te plait aide-moi à retirer ce couvercle.

Help me alsjeblieft met dit deksel eraf te krijgen.

La télévision nous aide à élargir notre savoir.

Televisie helpt ons onze kennis te verruimen.

Quand on étudie les langues, le dictionnaire est d'une aide précieuse.

Het woordenboek is van onschatbare waarde bij het leren van talen.

Malheureusement je ne pense pas que je serais d'une grande aide.

Spijtig genoeg denk ik dat ik niet veel zou kunnen helpen.


Gerelateerd aan aide

aider - assister - secourir