Vertaling van werken

Inhoud:

Nederlands
Deens
effect sorteren, uitwerking hebben, werken, uitwerken {ww.}
virke på
functioneren, het doen, in zijn werk gaan, werken {ww.}
fungere
arbeiden, werken {ww.}
arbejde
Ik wil onder deze omstandigheden niet werken.
Jeg ønsker ikke at arbejde under disse betingelser.
arbeid [m], emplooi [o], werk (mv. werken) [o], karwei {zn.}
arbejde [o]
Ik ga met de fiets naar het werk.
Jeg tager cyklen til arbejde.
Ik ga iedere dag naar het werk.
Jeg går på arbejde hver dag.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Ik wil onder deze omstandigheden niet werken.

Jeg ønsker ikke at arbejde under disse betingelser.

Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.

Det vil tage mig for lang tid at forklare dig hvorfor det ikke ville virke.