Vertaling van eenmaal

Inhoud:

Nederlands
Duits
eenmaal, eens, ooit, weleens {bw.}
ehemals
einmal
einst
einstens
einstmals
irgendwann
je
jemals
eenmaal, eens, één keer {bw.}
einmal


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

We zijn maar eenmaal jong.

Wir sind nur einmal jung.

Eenmaal op het station aangekomen, belde ik mijn vriend op.

Nach dem ich am Bahnhof angekommen war, rief ich einen Kollegen an.

Het is de moeite waard om deze boeken minstens eenmaal te lezen.

Diese Bücher sind es wert, zumindest einmal gelesen zu werden.


Gerelateerd aan eenmaal

eens - ooit - weleens - één keer