Vertaling van gebeurde

Inhoud:

Nederlands
Duits
gebeurde [o], gebeurtenis [v], voorgevallene {zn.}
Ereignis [o] (das ~)
Begebenheit [v] (die ~)
aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, voorkomen, voorvallen, vóórkomen {ww.}
passieren
geschehen
vorkommen
stattfinden
sich ereignen

hij/zij/het gebeurde

er/sie/es passierte
» meer vervoegingen van passieren

Zoiets kan in Japan niet gebeuren.
So etwas kann in Japan nicht passieren.
Dat zal niet gebeuren.
Das wird nicht geschehen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Plotseling gebeurde er iets onverwachts.

Plötzlich geschah etwas Unerwartetes.

Het gebeurde tussen acht en tien uur.

Es geschah zwischen acht und zehn.

Ik had niet gewild dat dit gebeurde.

Ich wollte nicht, dass das passiert.

Het ongeval gebeurde twee uur geleden.

Der Unfall geschah vor zwei Stunden.

Toen de grote aardbeving gebeurde, was ik pas tien jaar.

Als sich das große Erdbeben ereignete, war ich gerade zehn Jahre alt.

Er waren vier mensen in de auto wanneer het ongeval gebeurde.

Vier Leute befanden sich in dem Wagen, als sich der Unfall ereignete.