Vertaling van getroffen
angreifen
affizieren
ik heb getroffen
jij hebt getroffen
hij/zij/het heeft getroffen
ich habe erregt
du hast erregt
er/sie/es hat erregt
» meer vervoegingen van erregen
antreffen
ik heb getroffen
jij hebt getroffen
hij/zij/het heeft getroffen
ich bin begegnet
du bist begegnet
er/sie/es ist begegnet
» meer vervoegingen van begegnen
ik heb getroffen
jij hebt getroffen
hij/zij/het heeft getroffen
ich habe getroffen
du hast getroffen
er/sie/es hat getroffen
» meer vervoegingen van treffen
angreifen
affizieren
ik heb getroffen
jij hebt getroffen
hij/zij/het heeft getroffen
ich habe erregt
du hast erregt
er/sie/es hat erregt
» meer vervoegingen van erregen
ermitteln
befinden
ik heb getroffen
jij hebt getroffen
hij/zij/het heeft getroffen
ich habe gefunden
du hast gefunden
er/sie/es hat gefunden
» meer vervoegingen van finden