Vertaling van klap

Inhoud:

Nederlands
Duits
klap, klets, klop, slag [m], tik, veeg {zn.}
Schlag [m] (der ~)
Streich [m] (der ~)
Anschlag [m] (der ~)
flap [m], houw, klap, mep, slag [m] {zn.}
Schlag [m] (der ~)
Streich [m] (der ~)
Hieb [m] (der ~)
houw, klap, schop, slag [m], stoot, tik {zn.}
Treffen [o] (das ~)
houwen, klappen, kloppen, slaan, meppen {ww.}
peitschen gegen
schlagen gegen
prasseln gegen
aufschlagen
aushämmern
ausklopfen
klopfen
prügeln
schlagen
hauen

ik klap

ich schlage auf
» meer vervoegingen van aufschlagen

klappen, kloppen, slaan, opvallen {ww.}
kommen über
befallen
heimsuchen
ins Auge fallen
auffallen
überraschen
stutzig machen
frappieren
in Erstaunen setzen
branden
aufschlagen
pochen
schlagen
klopfen

ik klap

ich suche heim
» meer vervoegingen van heimsuchen

klakken, klappen, kletteren, klikken {ww.}
klappern
klappen
schnalzen
klacken

ik klap

ich klapp(e)re
» meer vervoegingen van klappern



Gerelateerd aan klap

synoniemen

klets - klop - slag - tik - veeg - flap - houw - mep - schop - stoot - houwen - klappen - kloppen - slaan - meppen