Vertaling van boy

Inhoud:

Nederlands
Engels
jongen [m] (de ~), boy [m] (de ~), goof, gozer [m] (de ~), joch [m] (de/het ~), jongetje, knaap [m] (de ~), knul [m] (de ~), jong [m] (het ~) {zn.}
boy
male child
De jongen liep weg.
The boy ran away.
Die jongen eet niet.
That boy doesn't eat.


Gerelateerd aan boy

jongen - goof - gozer - joch - jongetje - knaap - knul - jongding