Vertaling van dicht

Inhoud:

Nederlands
Engels
dicht, dik, gebonden {bn.}
concentrated
dense 
thick 
condensed
dicht, gesloten, toe {bn.}
closed 
shut 
compact, dicht {bn.}
compact 
dichten, dichtmaken, stoppen, toestoppen, verstoppen, volstoppen {ww.}
to stop 
to stopper 
to stuff
to tamp
to fill 
to plug 
to congest
to choke
to stop up
to clog
to block 

ik dicht
jij dicht
hij/zij/het dicht

I stop
you stop
he/she/it stops
» meer vervoegingen van to stop

Je moet stoppen met drinken.
You should stop drinking.
Ik kon Tom niet stoppen.
I couldn't stop Tom.
dichten {ww.}
to write poetry
compact, dik, dicht {bn.}
thick
afgesloten, ongeopend, dicht, gesloten {bn.}
closed
dichtmaken, dichtdoen, sluiten, toedoen [o] (het ~), dichten {ww.}
to close
to shut

ik dicht
jij dicht
hij/zij/het dicht

I close
you close
he/she/it closes
» meer vervoegingen van to close

Het is te laat om de staldeur te sluiten als het paard inmiddels al is weggelopen.
It is too late to shut the stable-door after the horse has bolted.
Wilt ge zo goed zijn het venster te sluiten?
would you be so kind to close the window?
dichten {ww.}
to versify
to poetize
to verse
to poetise

ik dicht
jij dicht
hij/zij/het dicht

I versify
you versify
he/she/it versifies
» meer vervoegingen van to versify



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Doe je boek dicht.

Close your book.

De grens is dicht.

The border is closed.

De deur was niet dicht.

The door was not closed.

Doe de deur niet dicht.

Don't close the door.

Doe de deur dicht als je weggaat.

Close the door when you leave.

De meeste ongelukken gebeuren dicht bij huis.

Most accidents happen near home.

De stoel staat dicht bij de deur.

The chair is close to the door.

Ik deed de deur achter me dicht.

I shut the door behind me.

We wonen dicht bij het station.

We live close to the station.

Mijn huis staat dicht bij de supermarkt.

My house is close to the supermarket.

Hij deed plots de deur dicht.

He closed the door suddenly.

Het is gevaarlijk dicht bij het vuur te spelen.

It's dangerous to play around the fire.

Ik vroeg Tom om de deur dicht te doen.

I asked Tom to close the door.

Onze school is heel dicht bij het park.

Our school is very close to the park.

Hoe laat gaat de ijsbaan dicht?

When does the ice rink close?


Gerelateerd aan dicht

dik - gebonden - gesloten - toe - compact - dichten - dichtmaken - stoppen - toestoppen - verstoppen - volstoppen - afgesloten - ongeopend - dichtdoen - sluitenbewerken - schrijven