Vertaling van elk

Inhoud:

Nederlands
Engels
elk, ieder, iedereen, al, elkeen, iegelijk {onb. vnw.}
each 
every 
all the
everybody 
everyone 
all 
à, bij, elk, ieder, telkens {vz.}
at the rate of
a 
per 
an 
at 
each 
for 
all 
apiece 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik ga elk maand naar de kapper.

I go monthly to the hairdresser.

Elk lid van de club was aanwezig.

Every member of the club was present.

Een aardbeving kan elk moment gebeuren.

An earthquake can happen at any time.

De trein stopt op elk station.

The train stops at every station.

Ik zal er aan elk drie uitdelen.

I'll deal out three to each.

Elk land heeft zijn nationale vlag.

Every country has its national flag.

Elk schip heeft een kapitein nodig.

Every ship needs a captain.

Hij komt bijna elk weekend thuis.

He comes home almost every weekend.

Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.

Earthquakes may occur at any moment.

Ze hebben elk een geschenk ontvangen.

They each received a present.

Ze spreekt beter Engels dan elk van haar klasgenoten.

She speaks English better than any of her classmates.

Ze probeerde elk woord van de leraar op te schrijven.

She tried to take down every word the teacher said.

Elk van zijn kinderen heeft een eigen kamer.

Each of his children has his own room.

Elk van de drie jongens hebben een prijs gewonnen.

Each of the three boys won a prize.

Het aantal Europeanen dat elk jaar Thailand bezoekt is erg groot.

The number of Europeans who visit Thailand every year is very large.


Gerelateerd aan elk

ieder - iedereen - al - elkeen - iegelijk - à - bij - telkens