Vertaling van flikkeren

Inhoud:

Nederlands
Engels
flikkeren, flitsen, gloren {ww.}
to blink
to flash 

wij flikkeren
jullie flikkeren
zij flikkeren

we blink
you blink
they blink
» meer vervoegingen van to blink

bliksemen, flikkeren, flitsen {ww.}
to lighten 

wij flikkeren
jullie flikkeren
zij flikkeren

we lighten
you lighten
they lighten
» meer vervoegingen van to lighten

flakkeren, flikkeren {ww.}
to flicker

wij flikkeren
jullie flikkeren
zij flikkeren

we flicker
you flicker
they flicker
» meer vervoegingen van to flicker

flakkeren, flikkeren, schitteren, vonken schieten, wapperen {ww.}
to flare up
to flare

wij flikkeren
jullie flikkeren
zij flikkeren

we flare
you flare
they flare
» meer vervoegingen van to flare

flikkeren, blikkeren, schemeren, knipperen {ww.}
to waver
to quiver
to flitter
to flutter
to flicker

wij flikkeren
jullie flikkeren
zij flikkeren

we waver
you waver
they waver
» meer vervoegingen van to waver

bliksemen, donderen, jenzen, keilen, kieperen, kogelen, kukelen, mikken, plompen, zwiepen, gooien, lazeren, kegelen, knikkeren, kwakken, werpen, flikkeren {ww.}
to throw

wij flikkeren
jullie flikkeren
zij flikkeren

we throw
you throw
they throw
» meer vervoegingen van to throw

vallen, bliksemen, duvelen, kletteren, kukelen, neerkletteren, ploffen, sodemieteren, lazeren, mieteren, donderen, flikkeren {ww.}
to fall
to fall down

wij flikkeren
jullie flikkeren
zij flikkeren

we fall
you fall
they fall
» meer vervoegingen van to fall

Ik ben bang om te vallen.
I'm afraid to fall.
In oktober beginnen de bladeren te vallen.
Leaves begin to fall in October.