Vertaling van gesticht

Inhoud:

Nederlands
Engels
inrichting [v], gesticht, instituut, kostschool {zn.}
institute 
Hij werkt bij een wetenschappelijk instituut waar taalkundigen, letterkundigen, historici, sociologen, economen en andere wetenschappers onderzoek doen naar alles wat…
He works at a scientific institute where linguists, literature scholars, historians, sociologists, economists, and other scholars investigate everything that has to do…
aandoen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken {ww.}
to cause 
to wreak 
to inflict
to result in
to provoke
to pose
to give rise to

ik heb gesticht
jij hebt gesticht
hij/zij/het heeft gesticht

I have caused
you have caused
he/she/it has caused
» meer vervoegingen van to cause

Welke moeilijkheden kan zij veroorzaken?
What trouble can she cause?
Ik wil geen paniek veroorzaken.
I don't want to cause a panic.
baseren, funderen, grondvesten, stichten, vestigen {ww.}
to form 
to establish 
to found 
to erect

ik heb gesticht
jij hebt gesticht
hij/zij/het heeft gesticht

I have formed
you have formed
he/she/it has formed
» meer vervoegingen van to form

inrichten, oprichten, stichten, vestigen {ww.}
to establish 
to set 
to erect

ik heb gesticht
jij hebt gesticht
hij/zij/het heeft gesticht

I have established
you have established
he/she/it has established
» meer vervoegingen van to establish

stichten {ww.}
to edify

ik heb gesticht
jij hebt gesticht
hij/zij/het heeft gesticht

I have edified
you have edified
he/she/it has edified
» meer vervoegingen van to edify

dolhuis, gekkenhuis [o] (het ~), krankzinnigengesticht, zothuis, inrichting [v] (de ~), gesticht [o] (het ~) {zn.}
snake pit
nuthouse
sanatorium
madhouse
nut house
funny house
loony bin
funny farm
cuckoo's nest
crazy house
booby hatch
bedlam
stichten, grondvesten, vestigen {ww.}
to plant
to institute
to establish
to found
to constitute

ik heb gesticht
jij hebt gesticht
hij/zij/het heeft gesticht

I have planted
you have planted
he/she/it has planted
» meer vervoegingen van to plant

stichten, aanrichten, aanstichten {ww.}
to provoke
to evoke
to kick up
to call forth

ik heb gesticht
jij hebt gesticht
hij/zij/het heeft gesticht

I have provoked
you have provoked
he/she/it has provoked
» meer vervoegingen van to provoke