Vertaling van groei

Inhoud:

Nederlands
Engels
groei, plantengroei {zn.}
growth 
groei {zn.}
growth 
aanwas [m], aangroei [m], ontwikkeling [v], gestalte, groei, toename, accres [o] {zn.}
accretion
accession
growth 
ontwikkeling [v], groei, wasdom {zn.}
growth 
groei [m] (de ~) {zn.}
evolution
development
groei [m] (de ~) {zn.}
expansion
enlargement
groeien, vegeteren {ww.}
to vegetate

ik groei

I vegetate
» meer vervoegingen van to vegetate

groeien, aangroeien, stijgen, toenemen {ww.}
to augment 
to grow 
to increase 
to rise 

ik groei

I augment
» meer vervoegingen van to augment

groeien, aangroeien, toenemen {ww.}
to increase 
to accrue 
to enlarge 
to aggrandize
to augment 

ik groei

I increase
» meer vervoegingen van to increase

gedijen, groeien, toenemen, wassen, aanwassen {ww.}
to grow 
to accrue 
to wax 

ik groei

I grow
» meer vervoegingen van to grow

loot [m] (de ~), afzetsel, scheut [m] (de ~), spruit [m] (de ~), uitloper [m] (de ~), lot [o] (het ~), schoot, groei [m] (de ~), rank [m] (de ~), telg [m] (de ~), poot [m] (de ~) {zn.}
shoot
rijping, wasdom [m] (de ~), groei [m] (de ~) {zn.}
growing
ontogeny
ontogenesis
maturation
growth
development
"Het is prima," lachte Dima. "Ik ben per slot van rekening nog in de groei. Ik groei er wel in."
"It's fine," Dima laughed. "I'm still growing, after all. I'll grow into it."
meerderen, groeien, vermeerderen {ww.}
to grow

ik groei

I grow
» meer vervoegingen van to grow

wassen, groeien {ww.}
to grow

ik groei

I grow
» meer vervoegingen van to grow

wassen, groeien {ww.}
to grow
to maturate
to mature

ik groei

I grow
» meer vervoegingen van to grow