Vertaling van jatten
						Inhoud:
						
Nederlands
Engels
stelen, dieven, gappen, jatmouzen, jatten, kaaien, klauwen, ontvreemden, ratsen, rausjen, snaaien, snuffelen, weggappen, kapen, pikken {ww.}
to steal
wij jatten
jullie jatten
zij jatten
we steal
you steal
they steal
			 					» meer vervoegingen van to steal
		 					
Kunt ge mij het stelen aanleren?
									Can you teach me how to steal?