Vertaling van snuffelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
snuffelen {ww.}
to snuffle
snuffelen, grasduinen, neuzen, rondneuzen, snuffen {ww.}
to pry
to poke
to intrude
to nose
to horn in

wij snuffelen
jullie snuffelen
zij snuffelen

we pry
you pry
they pry
» meer vervoegingen van to pry

snuffelen, snuiven {ww.}
to sniffle
to sniff
snuiven, opsnuiven, snuffelen {ww.}
to sniff
stelen, dieven, gappen, jatmouzen, jatten, kaaien, klauwen, ontvreemden, ratsen, rausjen, snaaien, snuffelen, weggappen, kapen, pikken {ww.}
to steal

wij snuffelen
jullie snuffelen
zij snuffelen

we steal
you steal
they steal
» meer vervoegingen van to steal

Kunt ge mij het stelen aanleren?
Can you teach me how to steal?


Gerelateerd aan snuffelen

grasduinen - neuzen - rondneuzen - snuffen - snuiven - opsnuiven - stelen - dieven - gappen - jatmouzen - jatten - kaaien - klauwen - ontvreemden - ratsenzoeken - inhaleren - inpikken