Vertaling van kanker

Inhoud:

Nederlands
Engels
kanker {zn.}
carcinoma
kanker {zn.}
cancer
canker
Ze stierf aan kanker.
She died of cancer.
De man stierf aan kanker.
The man died of cancer.
kanker [m] (de ~), k {zn.}
cancer
malignant neoplastic disease
Mijn vader is gestorven aan kanker.
My father died of cancer.
De moeder van Cookie is aan kanker gestorven.
Cookie's mother died of cancer.
kankeren, mopperen, morren, sputteren {ww.}
to grumble
to mutter
to growl

ik kanker

I grumble
» meer vervoegingen van to grumble

euvel, kanker, kwaad, onheil [o] (het ~), rampspoed [m] (de ~), ongeluk [o] (het ~) {zn.}
misfortune
bad luck
kankeren {ww.}
to canker
kankeren {ww.}
to yawp
to whine
to yammer
to grizzle

ik kanker

I yawp
» meer vervoegingen van to yawp



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ze stierf aan kanker.

She died of cancer.

De man stierf aan kanker.

The man died of cancer.

Mijn vader is gestorven aan kanker.

My father died of cancer.

Kanker kan genezen worden als het bijtijds ontdekt wordt.

Cancer can be cured if discovered in time.

De oorzaken van kanker onderzoeken is zeer duur.

Investigating the causes of cancer is very expensive.

De moeder van Cookie is aan kanker gestorven.

Cookie's mother died of cancer.

Kanker is een grote vijand van de mensheid.

Cancer is a great enemy of mankind.

Mijn broer is vorig jaar gestorven aan kanker.

My brother died of cancer last year.

Mijn oom overleed twee jaar geleden aan kanker.

My uncle died of cancer two years ago.

Kanker is een grote vijand van de mensheid.

Cancer is a great enemy of humanity.

Kanker kan gemakkelijk genezen worden als het in de eerste fase ontdekt wordt.

Cancer can be cured easily if it is found in its first phase.


Gerelateerd aan kanker

k - kankeren - mopperen - morren - sputteren - euvel - kwaad - onheil - rampspoed - ongelukziekte - gebeurtenis - woekeren - mopperen