Vertaling van leef

Inhoud:

Nederlands
Engels
leven {ww.}
to live 
to be alive

ik leef

I live
» meer vervoegingen van to live

Leven en laten leven.
Live and let live.
We leven in vrede.
We live in peace.
leven {ww.}
to live
to survive
to live on
to last
to hold up
to hold out
to go
to endure

ik leef

I live
» meer vervoegingen van to live

Twintig families leven hier.
Twenty families live here.
Ze leven in armoede.
They live in poverty.
bestaan, leven {ww.}
to live
to exist
to survive
to subsist

ik leef

I live
» meer vervoegingen van to live

Vissen leven in het water.
Fish live in the water.
leven {ww.}
to live
to be

ik leef

I live
» meer vervoegingen van to live



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik leef mijn droom.

I'm living my dream.

Leef en leer.

Live and learn.

Leef je leven met de precisie van een Samoerai.

Live your life with the precision of a Samurai.

"Bedankt dat ik op je Xbox mag spelen." "Geen probleem kerel, leef je uit."

"Thanks a lot for letting me play with your Xbox." "No problem dude, knock yourself out."


Gerelateerd aan leef

leven - bestaanzijn - aanhouden