Vertaling van smook

Inhoud:

Nederlands
Engels
roken, smoken {ww.}
to smoke 

ik smook

I smoke
» meer vervoegingen van to smoke

Wilt ge roken?
Care for a smoke?
In een lift moogt ge niet roken.
You may not smoke in an elevator.
walm [m] (de ~), smook [m] (de ~) {zn.}
smother
dampen, paffen, smoken, roken, oproken {ww.}
to smoke

ik smook

I smoke
» meer vervoegingen van to smoke

Het is tegen de regels op kantoor te roken.
It's against the rules to smoke at the office.
Nu denk eraan dat ge niet moogt roken in haar auto.
Now remember, you must not smoke in her car.


Gerelateerd aan smook

roken - smoken - walm - dampen - paffen - oprokenrook - gebruiken