Vertaling van spreek

Inhoud:

Nederlands
Engels
spreken, praten {ww.}
to speak 
to talk 

ik spreek

I speak
» meer vervoegingen van to speak

Laat ons praten.
Let's talk.
Misschien kunnen we praten.
Maybe we can talk.
converseren, hebben, spreken, praten {ww.}
to speak
to talk

ik spreek

I speak
» meer vervoegingen van to speak

Wij praten graag.
We like to talk.
Kunnen we praten?
Can we talk?
spreken {ww.}
to speak
to talk

ik spreek

I speak
» meer vervoegingen van to speak

Ik kan niet spreken.
I can't talk.
Hij kan Japans spreken.
He can speak Japanese.
spreken {ww.}
to show
to indicate
to point
to designate

ik spreek

I show
» meer vervoegingen van to show

zeggen, uitbrengen, spreken {ww.}
to say
to tell
to state

ik spreek

Sommigen zeggen dit, en anderen zeggen dat.
Some say this, and others say that.
Mag ik iets zeggen?
May I say something?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Spreek je Hebreeuws?

Do you speak Hebrew?

Spreek ik te snel?

Am I talking too fast?

Spreek je Arabisch?

Do you speak Arabic?

Spreek mij daarover.

Tell me about it!

Spreek je Georgisch?

Do you speak Georgian?

Spreek je geen Engels?

Can't you speak English?

Spreek je Italiaans?

Do you speak Italian?

Spreek langzaam en duidelijk.

Speak slowly and clearly.

Spreek je Japans?

Do you speak Japanese?

Ik spreek geen Japans.

I don't speak Japanese.

Ik spreek Interlingua.

I speak Interlingua.

Spreek jij Catalaans?

Do you speak Catalan?

Spreek je mijn taal?

Do you speak my language?

Hoeveel talen spreek jij?

How many languages do you speak?

Ja, ik spreek Spaans.

Yes, I speak Spanish.


Gerelateerd aan spreek

spreken - praten - converseren - hebben - zeggen - uitbrengenhandelen - uiten - persuaderen - mededelen