Vertaling van veel

Inhoud:

Nederlands
Engels
veel {bn.}
a lot of
much 
plenty of
substantial
veel {bn.}
a lot of
much 
plenty of
substantial
een heleboel, terdege, veel, zeer {bw.}
a lot
greatly 
substantially
vastly 
menig, veel, vele {bn.}
many 
multiple
numerous 
dikwijls, gedurig, menigmaal, vaak, veel, veelal, veeltijds {bw.}
frequently 
often 
regularly 
commonly 
oftentimes
doorstaan, lijden, ondergaan, uitstaan, velen, verdragen {ww.}
to suffer 
to bear 
to ail
to sustain 
to put up with
to endure
to abide 

ik veel

I suffer
» meer vervoegingen van to suffer

Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
I cannot bear the pain any more.
De mens is voorbestemd tot lijden.
Man is destined to suffer.
aanzien, dulden, toelaten, tolereren, velen, verdragen, pikken {ww.}
to tolerate 
to stomach
to stand 
to condone
to brook 
to abide 
to put up with
to endure

ik veel

I tolerate
» meer vervoegingen van to tolerate

Ik kan dit geluid niet langer tolereren.
I can't tolerate this noise any longer.
dulden, gedogen, harden, velen, verduren, dragen, verdragen, incasseren {ww.}
to bear
to tolerate
to support
to suffer
to stomach
to stick out
to stand
to put up
to endure
to digest
to brook
to abide

ik veel

I bear
» meer vervoegingen van to bear

Je onderzoek zal zeker vruchten dragen.
Your research will surely bear fruit.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Veel plezier!

Have a good time.

Veel plezier!

Have fun.

Veel plezier!

Have a nice time.

Zij heeft veel geld.

She has a lot of money.

Weet ik veel!

How should I know?

Ik heb veel dromen.

I have a lot of dreams.

Ik heb veel foto's.

I have many photos.

Tom verdient niet veel.

Tom doesn't make much money.

Ana heeft veel bewonderaars.

Anne has many admirers.

Ik heb veel vrienden.

I have many friends.

Ik heb veel platen.

I have many discs.

We hebben veel vrienden.

We have a lot of friends.

Ik heb veel huiswerk.

I have a lot of homework.

U heeft veel boeken.

You have a lot of books.

Ik kocht veel boeken.

I bought a lot of books.


Gerelateerd aan veel

een heleboel - terdege - zeer - menig - vele - dikwijls - gedurig - menigmaal - vaak - veelal - veeltijds - doorstaan - lijden - ondergaan - uitstaandulden